Sinterklaas is jarig.
‘k Zet mijn schoen vast klaar.
Wellicht dat hij hem vol doet met,
ja wist ik het maar.
Hier zet ik wat water
en wat hooi voor ’t paard.
Want dat trouwe beestje
is dat heus wel waard.
Als de kleintjes slapen,
komt de goede Sint;
die de brave kind’ren
’t allermeest bemint.
’t Paardje, zwaar beladen,
voert hij met zich voort.
En zijn knecht vertelt hem
wat hij heeft gehoord.